Slapen

Enkele tips ivm slapen bij baby

Zorg voor een vast slaapritueel: stop je baby liefst iedere avond op hetzelfde uur in bed, in dezelfde omstandigheden (dus liefst in zijn eigen bedje).
Als je baby ’s nachts wakker wordt en begint te huilen, ga je even kijken, blijf niet te lang en geef niet té veel aandacht.
Stop je baby onder als hij nog wakker is. Zo vermijd je dat hij enkel in slaap kan vallen bij jou in de zetel of in zijn stoeltje.
Vermijd dutjes in de late namiddag.
Het laatste uur voor het slapen gaan is het niet aan te raden om je baby te stimuleren.
Probeer je baby te ontspannen door het zachtjes te masseren, rustige muziek op te zetten, een warm badje te geven, enzovoort.
Schenk aandacht aan de slaaphouding! Ruglig is beter dan buiklig

Tijdens de eerste drie maanden slaapt je baby heel veel: gemiddeld twee derde van de tijd, dus zowat 16 op 24 uur. Dat gebeurt telkens in slaapperiodes van ongeveer 4 uur, afgewisseld met waakperiodes. Slapen en waken hebben nog geen verband met dag en nacht.
Tussen de leeftijd van 3 en 6 maanden begint je baby 's nachts door te slapen. Vanaf die leeftijd is het dan ook aan te raden om de slaapruimte te verduisteren. Een baby van 6 maanden slaapt gemiddeld nog 12 uur en is overdag grotendeels wakker en actief.
Tussen de leeftijd van 6 tot 8 maanden ontstaat stilletjes aan een stabiel slaappatroon.
Tussen 1 en 3 jaar kan je kind 20 minuten tot 1 uur nodig hebben om in te slapen. Een rustige slaapomgeving en een gepast slaapritueel kunnen daarbij helpen.
Tussen 2 en 3 jaar kan je kind het middagdutje overslaan. Je kind geeft zelf wel aan wanneer het daar aan toe is. Als je het middagslaapje schrapt bestaat de kans dat je kind 's avonds sneller en vroeger inslaapt.
Vanaf 3 jaar kunnen kinderen vrijwillig inslapen of zich net bewust tegen slaap verzetten.
Rond 6 jaar hebben kinderen een slaap-waakritme dat vergelijkbaar is met een dat van een volwassene. Ze zijn op deze leeftijd voldoende uitgerust met minder dan 12 uur slaap.